Hoe werkt de vrijstelling of franchise?

De franchise of vrijstelling is het bedrag dat ten laste blijft van de verzekerde bij een eventueel schadegeval.  Soms wordt ook nog wel eens de term eigen risico gebruikt.


Er zijn een aantal verschillende soorten franchise.  Soms kun je zelf het type franchise en de omvang kiezen, in andere gevallen wordt de franchise opgelegd. Zo zal je in je omniumverzekering een ander type franchise terugvinden dan in je familiale verzekering.


Het doel van de franchise is de verzekerde aan te zetten om voorzichtig te handelen en om te voorkomen dat veel administratieve kosten moeten gemaakt worden voor eerder kleine schade.


  1. De forfaitaire franchise.
    Of de ‘default’ franchise, hier heb je vaste eigen risico bij het afsluiten van je verzekeringspolis dat bij schade niet wordt uitgekeerd. Het bedrag is in sommige gevallen al bepaald maar er zijn ook contracten waar je zelf het bedrag kan kiezen.
    We komen de vaste franchise gewoonlijk tegen in de brand en familiale, maar ook in de autoverzekering. Het bedrag van de franchise kan geïndexeerd zijn of berekend  worden op basis van een percentage van de aankoopprijs.

    Bijvoorbeeld: je veroorzaakt met je winkelkar voor 1000 euro schade aan een geparkeerde auto bij het winkelen. Je contract voorziet een forfaitaire franchise van 300 euro. In dat geval regelt jouw verzekeraar 700 euro van de schade en dien je zelf de overige 300 euro te betalen.

  2. De Engelse franchise.
    Hier hoef je zelf niets te betalen als de schade groter is dan dit bedrag. Nemen we hetzelfde voorbeeld van de winkelkar dan vergoedt de verzekeraar de volledige schade en wordt er 1000 euro uitgekeerd. Dit type franchise komen we vaak tegen als optie mits een meerprijs.

  3. De franchise volgens percentage.
    In dit geval wordt een vast percentage van de vergoeding afgetrokken, vaak met een onder- en bovengrens. Dit type franchise vinden we vaak terug bij bedrijfspolissen.

    Een voorbeeld: een polis alle bouwplaatsrisico’s voorziet een franchise van 10% van de schade met een ondergrens van 500 en een bovengrens van 5000 euro. Bij een schadegeval van 2000 euro wordt dan 1500 euro uitgekeerd.10% van 2000 is immers lager dan de ondergrens.Bij een schade van 60.000 euro blijft het aandeel van de verzekerde “beperkt” tot 5000 euro.

  4. De 0-franchise.  In dit geval dien je helemaal niets zelf te betalen maar legt de verzekeraar vaak bepaalde voorwaarden op met betrekking tot de herstelling.  De herstelling moet dan bijvoorbeeld gebeuren door of bij een door de verzekeraar aangeduide hersteller.

In de meeste gevallen wordt de franchise toegepast per schadegeval. Maar we komen ook wel de franchise op jaarbasis tegen. Bijvoorbeeld in het kader van de ziekteverzekering.  In dat geval hoef je zelf niets meer te betalen als je in hetzelfde jaar al één keer de franchise betaald hebt.  Het kan dan afhankelijk van je contract gaan om een verzekeringsjaar of een kalenderjaar.


Tot slot is er ook nog de franchise als "sanctie".  In dat geval legt de verzekeraar een franchise op waar dat normaal niet het geval is.  Dit gebeurt bijvoorbeeld als de schadefrequentie in een contract te hoog is om op die manier de verzekerde aan te zetten om meer in te zetten op preventie.


Wat dan met het “eigen risico”?  Een franchise of vrijstelling is een vorm van eigen risico.  Het is immers een deel van de schade dat je zelf betaalt en waarvoor je dus het risico op jou neemt. Maar ook het beperken van de waarborg door de verzekeringsnemer is een vorm van “eigen risico”, bijvoorbeeld door de waarborg glasbreuk niet af te sluiten in het kader van je woningverzekering of geen omniumverzekering af te sluiten voor je nieuwe wagen.